Wandeltips
40 kilometer is niet niets. Maar ook 10 en 20 kilometer vragen om een goede voorbereiding. Onderschat het niet. Lopen in het donker en in het holst van de nacht vraagt ook nog iets extra's van je. Maar daar krijg je wel een onvergetelijke nacht en welverdiende medaille voor terug. Deel je mooiste foto's, ook die van je trainingen, op Twitter, Facebook en Instagram. #NvdV19
Bereid je dus goed voor! We hebben een paar praktische tips voor je op een rij gezet.
Een tocht van 40 km is en blijft een pittige uitdaging en vereist een goede voorbereiding. Het is verstandig om dit goed op te bouwen zodat je lichaam aan deze inspanningen kan wennen. Hierdoor voorkom je blessures en wandel je een stuk plezieriger. Zorg dat je twee of drie keer een tocht van ongeveer 20 km wandelt.
- Een goede schoen is waterdicht, heeft een stevige grip en is zo licht mogelijk.
- Draag ook de juiste sokken, in ademend materiaal en zonder hinderlijke naden.
- Draag wandelschoenen met een soepele afwikkeling. Een stugge schoen, zoals een bergschoen, geeft veel weerstand en kan blessures veroorzaken.
- Win goed advies in over voetverzorging en de juiste schoenen. De één loopt fijner op wandelschoenen waarbij de enkel vrij is, terwijl de ander een half hoge wandelschoen juist als prettig ervaart. Kijk niet alleen naar de lengtemaat maar ook naar de breedtemaat van de schoen, want voeten worden dikker tijdens het wandelen.
Luister goed naar je lichaam en neem, indien nodig, een stapje terug. Als je twijfelt over je gezondheid en/of je lichamelijke conditie, raadpleeg dan van te voren altijd je arts!
Ga altijd langzaam van start met een wandeltocht, zodat je spieren rustig warm kunnen worden. Verhoog het tempo wanneer je spieren warm zijn geworden. Begin met 5 tot 7 kilometer, en wandel er om de week twee tot vijf kilometer bij. Maak een trainingsschema voor jezelf.
Wanneer je intensiever gaat wandelen, is het belangrijk dat je voldoende eet, zodat je over genoeg 'brandstof' beschikt om de tocht uit te lopen. Tijdens de tocht een energierijk tussendoortje eten, geeft extra energie. Het is ook belangrijk om voldoende te drinken. De hoeveelheid hangt af van de weersomstandigheden (temperatuur en luchtvochtigheid). Neem dus water mee en drink regelmatig.
Wanneer je jouw conditie wilt verbeteren, wandel dan geregeld een stuk in een sneller tempo en neem daarna je normale tempo weer aan. Doe je dit vaker, dan zul je zien dat je normale tempo omhoog gaat. Raak je tijdens het wandelen vermoeid, stop dan niet, maar loop even in een lager wandeltempo. Muziek kan je helpen met het bepalen van het wandeltempo.
Tochten maken met een collega-wandelaar die hetzelfde wandeltempo prettig vindt, kan erg gezellig zijn. Indien je met anderen op stap gaat, laat je dan niet verleiden om mee te gaan met een te hoog tempo. Je zult dan namelijk na enkele kilometers merken dat het wandelen minder goed gaat en heeft daardoor kans blessures op te lopen.
Varieer bij het lopen van trainingstochten. Kies eens voor een andere provincie, wissel verharde en onverharde wegen af, kies afwisselend voor vlakke en heuvelachtige omgeving. Slingerende wegen bieden ook afwisseling, aan lange rechte stukken lijkt soms geen einde te komen.
Luister naar je lichaam en bepaal je eigen wandelritme. Bouw voldoende rustpauzes in en ga dan niet op de koude grond zitten. Je spieren koelen daardoor snel af en worden stijf. Als je het gevoel hebt dat je benen zwaar worden, neem dan de tijd om alle beenspieren te rekken. Zo geef je de spieren even rust.
- Draag soepele en comfortabele kleding die geen vocht opnemen en goed ademen.
- Draag geen katoen of wol. Kleed je in laagjes, zodat je bij temperatuurschommelingen snel je outfit kan aanpassen. Een hoodie, fleecetrui en een waterdicht, ademend jack zijn prima.
- Neem bij (dreigend) slecht weer extra kleding mee en een extra paar droge sokken.
- Een poncho is aan te raden tegen de regen. Draag een ruime poncho waar een rugzak onder past.
- Paraplu's zijn niet prettig omdat deze de andere lopers kunnen hinderen of raken.
- Draag zo nodig een pet. Maak de pet bij warm weer regelmatig nat ter verkoeling. Als het regent zorgt een hoofddeksel ervoor dat je lichaam niet te snel afkoelt.